Wie is Peter Kuhl?

Mijn naam is Peter Kühl, geboren op 10 januari 1977 (geintje) te Oosterbeek. Sinds 1996 ben ik, na een start als allround fotograaf, in de regio rond Rhenen actief als persfotograaf. In 1994 had ik nog het idee om een opleiding in de fotografie te gaan volgen. Om deze cursus te volgen had ik een stageadres nodig. Waar anders dan bij één van de meest gerenommeerde persfotografen uit de regio, ik zal zijn naam niet noemen, ben ik op bezoek gegaan om te vragen of ik daar stage kon lopen. “Wat wil je dan worden?”, was zijn vraag. “Freelance persfotograaf”, was mijn antwoord. De goede man in kwestie zou haast rood aangelopen zijn. “Broodroof, die freelancers!!!”, schreeuwde hij bijna. “En nou opdonderen”, waren de letterlijk zijn laatste woorden die ik, al rennend, hem nog net in de gang hoorde schreeuwen. Zo ga je dus niet met mensen om dacht ik toen ik weer in de auto zat. Enigzins bijgekomen van de schrik nam ik mijzelf voor om beter te worden dan hij, die over het algemeen bekend staat als geen vriendelijk mannetje. Ik moest en zou mijn foto’s in een landelijk dagblad krijgen. Welke maakte mij niet uit. Ook wilde ik niet zo onmenselijk worden als de hiervoor genoemde fotograaf, maar beter. Achteraf blijkt na gesprekken met andere collega-fotografen dat daar niet zoveel voor nodig was……..

Men beschikte in die tijd echter nog niet over digitale camera’s zoals wij die nu kennen. Nee, alles ging toen nog op film. In eerste instantie liet ik alle foto’s nog afdrukken bij een 1 uurservice wegens gebrek aan eigen middelen om te ontwikkelen. Ik bezocht iedere maandagmorgen de redactie van de Veenendaalse Krant. Die kozen dan de foto’s uit die voor plaatsing in aanmerking kwamen. Uitzoeken was er bij een 1 uurservice niet bij en dus bleef ik vaak zitten met een hele berg 10 x 15 foto’s. Zelfs met de korting eraf kostte mij dit een hoop geld. De beste oplossing voor dit “financiële” probleem was een negatiefscanner. Ondanks de hoge kosten die ik destijds maakte met het afdrukken van de vele films slaagde ik er eind 1997 in om een negatiefscanner aan te schaffen. Dat was voor mij het begin van het digitale tijdperk. Ik had toen alleen de kosten van de films en het ontwikkelen ervan. Bovendien lag de weg open voor het aanleveren van digitaal beeldmateriaal aan de dagbladen. Met een negatiefscanner kon je filmstrookjes inscannen en met een directe modemverbinding naar een fotoredactie doorseinen. Om dit allemaal eens goed te kunnen bekijken heb ik destijds de stoute schoenen aangetrokken en heb contact gelegd met de fotoredactie van De Telegraaf. Tegen mijn verwachtingen in werd ik heel vriendelijk behandeld en mocht ik een keer op de fotoredactie in Amsterdam komen kijken. Eugiënne Baan was destijds de technische man daar en hij heeft mij het hele traject eens laten zien vanaf het bruikbare negatief tot de foto in de krant. Dat was zeer leerzaam en met een grote dosis informatie én motivatie ging ik weer naar huis. Ik was echter nog steeds afhankelijk van een 1 uurservice. Dat betekende dat ik nog steeds niet in staat was om 24 uur per dag, 7 dagen in de week (24/7) de redacties van digitaal beeldmateriaal te voorzien. Mijn werkdag zat er om 17:30 uur op want dan ging de ontwikkelmachine van de 1 uurservice uit. Dat betekende dat ik tussen 17:30 en 22:30 uur werkeloos moest toezien hoe mijn kans tot plaatsing van bijvoorbeeld een spectaculaire brand in een dagblad aan mijn neus voorbij ging. Alles wat na 22:30 gebeurde was immers toch na de deadline en kwam pas voor plaatsing in de krant van de dag daarna in aanmerking. Het liet echter allemaal niet lang op zich wachten. De destijds jubilerende Motor en Auto Club Rhenen en Omstreken (MACRO) kreeg de eer om in 1998 een Grandprix Motocross te organiseren op Kwintelooyen. Eén van de grote kanshebbers op de wereldtitel tijdens deze cross was toen de Belg Joël Smets. Omdat de cross op hemelvaartsdag verreden zou worden (1 uurservice dicht!!!!!) maakte ik een hele serie van hem tijdens de training op woensdag. Snel naar huis en de films ontwikkeld. Een mooie foto van Joël uitgezocht en klaargezet om te verzenden. De cross zelf heeft me niet zoveel films meer gekost. Joël werd echter wel wereldkampioen! Zodra ik thuis kwam heb ik toen de foto’s doorgestuurd naar de Telegraaf. Zeer benieuwd naar het resultaat kocht ik vrijdag een krant, geen foto…… Zaterdag, geen foto…… Maandag, ja!!!!! daar stond dan mijn foto in de Telegraaf! “Maar, wat staat daar nou onder?, zei ik bijna hardop…… FOTO:WFA ????”. Diep teleurgesteld belde ik met Amsterdam. 1000 maal excuses, wat bleek: men had mijn bestandsnaam niet ingevoerd in het systeem en dus had men aangenomen dat het een foto van WFA was omdat Peter Kühl bij hen niet bekend was. Stuur maar een rekening en doe er maar een extra kolomgrootte bij voor de schade. Jammer voor de onjuiste naamsvermelding, maar het was me wel gelukt. Woensdag 23 december van datzelfde jaar deed men het wel goed. Ik was uitgenodigd voor de perspresentatie van het Bekx Ginaf Parijs/Dakar team in Oss op 22 december. Het was een race tegen de klok maar het lukte mij om voor de deadline een foto in Amsterdam te krijgen. 23 december stond Hans Bekx met zijn duimpje omhoog in het sportkatern van de Telegraaf, met mijn naam onder de foto! Omdat het doorseinen van een foto destijds nog heel erg tijdrovend was, de Telegraaf betaalde daar toen 50 gulden(!) voor, koos ik ervoor om voor een fotografenagentschap te gaan werken.

Contacten met Werners Fotografen Agentschap (WFA) in Denhaag waren snel gelegd en ik hoefde nog maar twee of drie foto’s naar 1 adres te versturen om heel Nederland gebruik te laten maken van mijn fotowerk. Met enige regelmaat verschenen er dan ook foto’s in dagbladen waarvan ik het bestaan niet eens wist. Het digitale tijdperk kende geen weerga. Zo kwam er voor mij ook een moment dat ik voor de keuze stond om over te gaan op een digitale spiegelreflexcamera. In 2001 was de aanschaf van mijn eerste digitale camera een feit, de EOS D30 van Canon. Er gaat dan echt een wereld voor je open. Geen stress meer om films ontwikkeld te krijgen en 24/7 in staat om digitaal beeldmateriaal te leveren aan redacties waar dan ook ter wereld. Met een 3.3 megapixel camera was ik de wereld te rijk. In combinatie met Sigma objectieven was ik in staat om dat te doen waar ik al die tijd van gedroomd had; met de GROTE jongens meedoen. In 2002 verruilde ik De Veenendaalse Krant (B.D.U.) voor o.a. De Rijnpost en Rhenense Betuwse Courant (Wegener). Daarmee ging mijn aandeel in de nieuwsverspreiding in de regio met zo’n 200% omhoog. Inmiddels zijn de Sigma objectieven verruild voor origineel Canon materiaal, bezit ik mijn 5e digitale body, een Canon EOS 1DX, en heb ik een uitrusting waar menig beroepsfotograaf jaloers op kan zijn met lenzen van 16mm tot 500mm. Met het digitale tijdperk is voor mij ook een andere nieuwe wereld open gegaan. De wereld van de auto- en motorsport. Met enige regelmaat ben ik op Nederlandse, Duitse, en Belgische circuits te vinden om regionaal bekende coureurs vast te leggen op de lichtgevoelige beeldchip. Een hele eer als je bedenkt dat ik naast Nederlands beste formule 1 fotograaf, Frits van Eldik, heb gestaan. Frits van Eldik, geboren en getogen in Rhenen (hoe kan het ook anders!), is voor mij een goed voorbeeld geweest van een fotograaf die wel weet hoe je met je collega’s om moet gaan. Mijn nieuwe streven is dan ook om ooit het genoegen te mogen hebben om eens een echte Grandprix F1 bij te mogen wonen als fotograaf. Deze droom zal echter niet snel in vervulling gaan gezien het grote animo tijdens een Grandprix en het beperkte aantal fotografen dat in deze ultieme tak van autosport wordt toegelaten. Of ik er nu veel of weinig mee verdien maakt niet uit. Ik ben niet tevreden als ik een auto of motor op de foto zet als deze niet harde dan 200km/h voorbij raast met het geluid dat mijn trommelvliezen tot aan de pijngrens doet aanspannen. Met foto’s in de Rhenense Betuwse Courant, Rijnpost, Edese Post en de Gelderlander (!) ben ik in ieder geval ieder jaar verzekerd van een permanente perskaart voor de circuits van Zandvoort en Assen. De motor- en autosport blijft een apart wereldje dat mij zal blijven boeien. En mijn “zeer gewaardeerde” collega? Die is 1 januari 2010 met pensioen gestuurd 😉.